Een Nederlandse regeling om de verduurzaming van woningen toegankelijker en betaalbaarder te maken voor meer huiseigenaren, trok vorige week brede Europese belangstelling. Ongeveer dertigduizend burgemeesters, beleidsmakers en vertegenwoordigers van marktpartijen uit heel Europa woonden woensdag de presentatie van de Gemeentelijke VerduurzamingsRegeling (GVR) fysiek en online bij tijdens het ‘Convenant of Mayors Investment Forum’ in Brussel.
Richard van Rooij, een van de ontwikkelaars van de GVR, gaf een presentatie op uitnodiging van de Europese Commissie, die de GVR eerder al het predicaat “flagship project” toekende. Van Rooij benadrukte het gedeelde probleem waar veel Europese overheden mee worstelen: hoe kunnen we huiseigenaren helpen om hun woningen te verduurzamen zonder dat ze grote eigen investeringen moeten doen of leningen moeten afsluiten? Traditionele leenvormen volstaan namelijk vaak niet, omdat deze vaak kwetsbare groepen uitsluiten vanwege verplichte krediettoetsen, terwijl investeren in woningverduurzaming in veel gevallen juist leidt tot lagere maandelijkse kosten voor woningeigenaren.
Wim van Wikselaar, wethouder Duurzaamheid van de gemeente Montfoort, deelde zijn ervaringen als een van de eerste gemeenten in Nederland die de GVR heeft toegepast. Hij illustreerde hoe deze regeling gemeenten en overheden kan helpen bij het versnellen van de energietransitie en bij het bestrijden van energiearmoede, zonder dat daarbij publieke financiële middelen nodig zijn. Wikselaar: “De GVR is toegankelijk voor alle woningeigenaren doordat de verduurzaming in samenwerking met de gemeente wordt geregeld, en deelnemende huiseigenaren betalen in ruil daarvoor een gemeentelijke heffing. Dit maakt woningverduurzaming eenvoudiger, toegankelijker en betaalbaarder voor iedereen.”
Het basisidee van de GVR is dat opeenvolgende woningeigenaren gezamenlijk de kosten voor de verduurzaming dragen, aangezien ze allemaal profiteren van het verhoogde comfort en de lagere energierekening. Een deelnemende woningeigenaar betaalt de gemeentelijke heffing zolang hij in de woning woont. De besparingen die voortkomen uit de verduurzaming kunnen worden gebruikt om deze heffing te betalen. In de praktijk komt het vaak voor dat de besparingen gelijk zijn aan of zelfs hoger zijn dan de heffing. Als de woning binnen de looptijd van 30 jaar wordt verkocht, zal de opvolgende eigenaar de heffing overnemen.
Michele Sansoni, projectadviseur van de Europese Commissie, beschouwt dit project als een ware innovatie op het gebied van financiering voor woningverduurzaming: “Het hoofddoel is om obstakels voor huiseigenaren weg te nemen en de wijkgerichte warmtetransitie op te schalen. De Europese Commissie is er trots op dit project te presenteren als een van haar meest succesvolle initiatieven tijdens de conferentie.”
Initiatiefnemer van GVR, Richard van Rooij, benadrukte de groeiende acceptatie van de regeling door gemeenten in Nederland. Hij is daarnaast blij met de interesse vanuit Europa: “Het feit dat de Europese Commissie GVR als flagship project heeft aangemerkt, bevestigt dat er een solide en effectieve regeling is ontwikkeld, met Europese potentie. GVR kunnen we repliceren. We roepen Europa en lidstaten op om gemeenten te ondersteunen met vergelijkbare lokale heffingen. Verder kunnen wij het met marktpartijen en gemeenten gezamenlijk invullen.”
“Elena Dimitar, beleidsmaker op het gebied van energietransitie in Bulgarije, toonde haar bewondering voor de effectiviteit en eenvoud van GVR. Ze benadrukte dat dit concept voordelen biedt voor huiseigenaren, beleidsmakers en aannemers. Veel bezoekers van het forum toonden interesse in het onderzoeken van de toepasbaarheid van GVR in hun eigen land.”